Column gepubliceerd in Whisky etc nr. 4 2015
2015 vloog echt voorbij.
Er kwamen meer NAS (Non-Age-Statement) whisky’s op de markt die de whisky’s met leeftijdaanduiding vervingen. Whisky werd steeds vaker culinair ingezet, met bijpassende gerechten, en bartenders herontdekten whisky als ingrediënt voor mooie samengestelde drankjes. In dat laatste segment had whisky wel hevige concurrentie van premium gin, die inmiddels ook in honderden variëteiten op de markt is.
Toch zijn er wel overeenkomsten tussen whisky en gin. Ik zie ze in ieder geval tussen de gebruikers van beide dranken.
Een whisky-enthousiast is net als een gin-liefhebber een avonturier. Hij is zelden merktrouw maar wil graag nieuwe smaken ontdekken en analyseren. Zowel whisky als gin zijn natuurproducten zonder toevoegingen. Behalve dan natuurlijk E-150, de caramel die vaak in whisky’s gebruikt wordt om de kleur donkerder te maken.
Iemand heeft ooit bedacht dat een bruinere kleur beter verkoopt. Bijna elke whiskyproducent ontkent het gebruik en als hij het toegeeft voegt hij er aan toe dat E150 geen enkel effect op de smaak heeft. Maar dat heeft het wel.. Ronny Cox van Glenrothes liet me E150 proeven. We deden wat druppels in een glas water, dat water smaakte echt niet meer naar water.
Een gin-liefhebber heeft net als de whiskyfreak meerdere flessen in huis voor verschillende momenten en spreekt over zijn gin-collectie.
Zoals je whisky’s in verschillende smaaktypes hebt, heb je ook gins in verschillende smaaktypes. Bij gin komt daar nog het mixen met de juiste tonic bij, er blijft altijd iets nieuws te ontdekken.
En dan de verschillen. Whisky heeft minstens drie jaar, maar meestal veel langer, in een vat nodig om te rijpen. De smaak ontstaat voor een groot deel tijdens deze periode. Het duurt dus jaren om whisky te maken.
Gin kun je echter in een dag maken, de smaak van gin wordt bepaald door de productiewijze maar vooral ook door de ‘botanicals’, de toegevoegde en in de meeste gevallen meegedistilleerde natuurlijke stoffen. In het Nederlands zouden we dat kruiden noemen, maar dat dekt de lading niet helemaal, het gaat om alle natuurlijke producten zoals bloemen, zaden, wortels, bast, specerijen en vruchten. Zo ontstaan er klassieke (met overwegend jeneverbes en citrustonen), fruitige, kruidige en bloemige gins. Binnen die groepen heb je weer heel veel onderscheid afhankelijk van welk fruit, welke kruiden of welke bloemen of welke combinatie daarvan gebruikt zijn.
Gin wordt een hype genoemd, zoals 20 jaar geleden ook Malt whisky een hype genoemd werd. Ik denk echter dat gin geen hype is maar een blijvertje. Gin past in de trend van duurzamere en kwalitatief betere producten zonder chemische toevoegingen.
Whisky en Gin staan dan ook steeds vaker gebroederlijk naast elkaar in de kasten van levensgenieters. Met de gin maak je een mooi eetlustopwekkend aperitief, de mooie Malt Whisky is voor het einde van de dag waarbij je de dag nog eens doorneemt tijdens een goed gesprek.
Ik wens u alvast veel whiskyplezier in 2016.
Petra de Boevere