Deel 1
Deel 2
Ton Vermeulen werkt als bedrijfshistoricus voor het Lucas Bols Erfgoed. Bols is dan ook een bedrijf met een rijke historie. Hij dook de annalen in nadat ik hem aan de telefoon had, stuurde me wat afbeeldingen en kwam met de volgende wetenswaardigheden over de Monastique.
In 1915 verschijnt de likeur voor het eerst in de annalen van Bols als Bernardijner likeur (genre Benedictine) en kloosterlikeur (genre Chartreuse). Dat klonk best heel logisch. Benedictine, de Franse kloosterlikeur beleefde namelijk in die periode een revival. Benedictine was groot tijdens de Renaissance in de 16e eeuw, maar tijdens de Franse Revolutie ging het recept verloren. In 1863 werd het recept teruggevonden en het werd het een hit. In 1873 werden er al 150.000 flessen per jaar van geproduceerd.
De zogenaamde kloosterlikeuren ontstonden in de 16e eeuw als een soort van geneeskrachtige elixirs. De ingrediënten, de zaden, vruchten, kruiden en wortels, waren alleen voorradig bij kloosters en apothekers. Het was lang voor de farmaceutische industrie haar intrede deed. Toen medicijnen voorgeschreven krijgen nog lekker was.
Zelfs voor de vorm van de fles liet Bols zich schijnbaar inspireren door de Benedictine.
In 1926 verschijnt de likeur onder de naam Bernardine likeur om in 1929 Bernardine, genre Benedictine te worden genoemd.
Mogelijkerwijs vond Benedictine zelf dit niet zo geweldig want in 1940 is de vermelding ‘genre Benedictine’ weer van het etiket verdwenen en heet het weer Bernardine likeur. Naar de Bernardijnen, een andere kloosterorde dan de Benedictijnen waar de Benedictine naar vernoemd is.
Eind jaren ’20 van de vorige eeuw zie je de omzetcijfers stijgen. De echte opkomst van het drankje vindt plaats tijdens de crisisjaren ’30. De Bernardine, liqueur Monastique, gaat de wereld over. Ton stuurde me zelfs een Mexicaans etiket.
Vanaf 1945 tot 1952 wordt een eenvoudig standaardetiket gebruikt met de titel Bernardine. Vanaf 1952 heet de Bernardine plotseling Liqueur Monastique; tres vieille liqueur monastique, een zogeheten titellikeur, behorend tot de groep likeuren als Moccafé, Oragnac en Sky Cream.
In de jaren 1970 heet het weer Bernardine, met als subnaam Liqueur Monastique en valt de likeur onder de groep Bols Royal Likeur, die voorheen titellikeuren heetten.
De likeur staat tot zeker 1995 in prijscouranten van Bols. De fles lijkt lange tijd hetzelfde zijn geweest, de gedrongen fles met dikke buik (naar model Benedictine) werd tot even na 1932 gebruikt en duikt later weer opnieuw op.
Na 1995 is de Bernardine nog kort onder het Bootz label op de markt gebracht.
Maar waar was de link met Zeeuws-Vlaanderen? Waarom dronken de Belgen het hier? Daarover meer in deel 4.