Monastique Feuilleton deel 2; De geschiedenis van het drankje

Monastique 1943Vervolg op deel 1

Waar begin je met zoeken? Dat doe je met Google. Er was eigenlijk weinig te vinden. Via Google afbeeldingen vond ik alleen een afbeelding van een miniatuurflesje bij een miniatuurflesjesverzamelaar.
Ik vond een passage uit augustus 2008 op een kookblog: “Als ge vroeger naar Sluis of Hulst ging, dan dronken daar de Belse madams een ‘Monastiekske’. Bols is er al lang mee gestopt, maar begin dit jaar kwamen we in een Zeeuws-Vlaams café een fles met een restje tegen. Voor mijn maman dus!”
Via Google Books vond ik een advertentie uit 1943 in het Amerikaanse Life Magazine. De likeur werd in Amerika verkocht tijdens de oorlog. In die jaren werd het geproduceerd in Argentinië. Daar bezat Bols sinds 1935 een fabriek. In 1995 werd deze verkocht aan Allied Domecq.
Ik vond geen goede afbeelding van de fles en deed daarvoor een oproep op Twitter. Dat was in de zomer van 2012.
Ondertussen vond ik via krantenbank Zeeland een interview in de PZC van 17 augustus 1998. Het was een interview met de Vlaamse schrijver Reinhard D’ Have en de hoofdpersoon van het boek ‘Hij was een smokkelaar’.
Het boek behandelt de bijna mythische smokkelverhalen uit de streek. Ik ken soortgelijke verhalen ook van mijn vader, grootvader en van klanten in de winkel. Zo kwam er altijd een ‘ex-commies’ bij me in de winkel, de man moet al jaren geleden gestorven zijn. Die heeft me meermaals verteld over de botersmokkelaars die hij moest pakken. Vaak zat de boter verstopt onder dikke jassen. Hij vond het geweldig die smokkelaars dan eerst een uurtje naast de kachel te laten wachten. In dat interview stond deze passage:
“Herinnert u zich nog hoe u met een schorre stem tegen de douanier pochte dat u niks aan te geven had? U voelde een enorme spanning in uw lichaam, uw hemd raakte nat van het zweet in uw oksels en liefst wou u bruusk en hard op het gaspedaal duwen om in enkele seconden over de grens te scheuren. Herinnert u zich hoe u een half uurtje later met een brede grijns de twintig of veertig kilo boter uit de koffer van de wagen haalde, zeggende van ‘die hebben we toch maar mooi verdiend’.
Het verhaal van de flessen monastique in de kofferbak. Lekker niet opgemerkt! Bij Sint Anna-ter-Muiden gierden de zenuwen door de auto. Tot je de douanepost – met snurkende douaniers – was gepasseerd…”
De Monastique werd dus niet alleen gedronken, maar ook samen met de boter gesmokkeld in de jaren ’60.
Enkele dagen na mijn oproep per tweet voor een foto ontving ik begin augustus 2012 een mail van Ton Vermeulen. Die werkt enkele dagen per week als historicus bij Bols en hielp me wat verder…
Wordt vervolgd.